​‘Glastuinbouw zet in op groene warmte’

Verduurzaming van de glastuinbouw draait om het besparen en vergroenen van warmte. 'Dit is nu hard nodig,' meldt procesmanager warmteclusters Hans van den Berg van LTO Glaskracht Nederland.

Geen kas in Nederland kan zonder warmte. In 2020 moet zo’n 25 procent van deze warmte niet langer van aardgas, maar van duurzamere bronnen komen. Dergelijke warmtebronnen houden de glastuinbouw dan ook bezig, met name in Zuid-Holland. Dat meldt Van den Berg zien tijdens de Glastuinbouwdag, waar hij tuinders en energieprofessionals op de hoogte brengt van het laatste nieuws rond groene warmte in de kas. Hij toont een kaart van Zuid-Holland, waar veel glastuinbouw is gevestigd en verschillende warmtenetten worden ingericht.

Warmtefonds
Een andere drijver waarmee de mogelijkheden voor realisatie van de warmtenetten in Zuid-Holland worden verbeterd is het Warmtefonds Zuid-Holland, dat met 65 miljoen euro warmtenetten in de regio gaat ondersteunen. “Daarom is een proces gestart waarbij LTO Glaskracht met provincies en gemeenten het belang van duurzame warmte benadrukt en probeert om de processtappen scherp te krijgen en uit te voeren”, aldus Van den Berg.

Warmtenet Rotterdam
Het meest concrete project voor de glastuinbouw nu is de leiding van het zuidelijke deel van Rotterdam naar Leiden. Van den Berg: “In Leiden zijn nu 10.000 woningen  gekoppeld aan de restwarmte van de gascentrale van Uniper in Leiden. Die centrale draait tot 2019, dan houdt het contract op en dus ook de productie van warmte en de levering aan 10.000 woningen en honderden bedrijven. Wat gaat er dan gebeuren? Gaan we terug naar gas, of zoeken we naar een duurzamere oplossing?”.

Zuidplaspolder
Ondertussen ligt een business case klaar met Havenbedrijf Rotterdam en Heineken om dit gat in te vullen. LTO Glaskracht haakt hierop aan met het traject ‘Warmte Zuidplas’. De tuindersorganisatie inventariseerde 57 glastuinbouwbedrijven met ruim 250 hectare kas, waarvan 210 hectare inmiddels is aangesloten bij de warmtecoöperatie Zuidplaspolder. De warmtecoöperatie tekende met Warmtebedrijf Rotterdam en groenverwerker Wagro een intentieovereenkomst. Nu wordt de business case uitgewerkt. De warmtevraag uit de coöperatie zou in pieklast ruim 100 MWth zijn, in het dal rond 25 MWth. Jaarlijks komt dit neer op een basislastwarmtevraag van 33 MWth.

Bijdrage van de kas
De glastuinbouw moet een afnemer worden van rest- en aardwarmte, maar kan ook een bijdrage leveren aan dergelijke netten. LTO Glaskracht onderzoekt op welke manier de sector de ‘meest toegevoegde waarde aan het systeem kan bieden’, zegt Van den Berg, zoals in de aanvoer van Rotterdam naar Leiden. “Vanuit Rotterdam gaat er in de leiding 120 graden naar Leiden toe. Die temperatuur is nodig voor de processen van Heineken en ook voor de levering aan de stad Leiden. De retourtemparatuur is 70 graden in de winter. De tuinbouw kan dit verder uitkoelen naar 35 tot 40 graden in de retourstroom naar Rotterdam.”

Voordelen
Met dit laatste project is te bereiken dat er geen extra beslag op de capaciteit in de leidingen wordt gelegd die nodig is voor de tuinbouw om haar warmtevraag te dekken, zo legt Van den Berg uit. “Een nog groter voordeel hiervan is dat er dan in Rotterdam ook restwarmtebronnen op 50 tot 60 graden kunnen gaan invoeden. Dergelijke bronnen zouden in de configuratie van het net zonder de glastuinbouw nutteloos zijn.”

Ene net is andere niet
Een rondgang langs andere warmtetrajecten waar LTO Glaskracht zich mee bezig houdt maakt duidelijk dat het ene net het andere niet is. Zo heeft de infrastructuur die gevoed wordt door de RoCa-centrale in Rotterdam ‘geen geweldige businesscase’ volgens de procesmanager warmteclusters van LTO Glaskracht. Dit terwijl het potentieel behoorlijk is (Van den Berg noemt een capaciteit van 400 MWth) en de potentiële warmtevraag voor de glastuinbouw in het hele Oostland 247 Mwth betreft.

Westland
De dynamiek in de regio Westland is weer anders, waar twee aardwarmteprojecten in de startblokken staan. “De gemeente Westland is de grootste glastuinbouwregio in Nederland en wil de meest duurzame glastuinbouwgemeente van Nederland worden”, weet Van den Berg. “Daar liggen mogelijk kansen in aardwarmte. Het stuur in dit traject ligt in eerste instantie bij de ondernemers zelf in Westland.”

Aalsmeer
Het traject Warmte Aalsmeer draait in eerste instantie om CO2, nodig voor de groei van gewassen in de glastuinbouw. Het doel is om tuinders in deze regio aan te sluiten op OCAP, dat CO2 levert aan de tuinbouw. Een randvoorwaarde van dit traject is ook om ‘grote stappen met warmte te zetten’. In Rijsenhout is gestart om de tuinders in Prima4a, een glastuinbouwgebied langs de A4, te koppelen aan de restwarmte van nieuw te ontwikkelen datacenters op Schiphol. Verder wordt in Kwakel en Nieuw Amstel een businesscase rond de restwarmte van een biomassaketel verkend.

‘Gesternte is goed’
Duidelijk is dat energieverduurzaming van de glastuinbouw verloopt via warmte, benadrukt Van den Berg. “Zowel besparen als verduurzamen van die vraag is keihard nodig. De glastuinbouw is zich hiertoe aan het organiseren en het momentum bij publieke partijen en de energiesector is er. Samenwerking over sectoren heen en tussen publieke en private partijen is daarbij noodzakelijk. Concluderend: het gesternte is goed!,” aldus Van den Berg.

Presentatie
Bekijk de presentatie van Hans van den Berg ‘Naar een warme toekomst voor glastuinbouw’.

Ensoc

Glastuinbouw Nederland - © 2024