Pilot Weerbare komkommerteelt: kleine verschillen bij gebruik organische substraten

In de praktijkpilot Weerbare komkommerteelt proberen we met een systeemaanpak de teelt van komkommer te optimaliseren. Dit betekent dat wordt gewerkt aan een weerbaar gewas, geteeld in organische substraten en met maximale inzet van biologie en gebruik van groene middelen. Glastuinbouw Nederland is, in samenwerking met de gewascoöperatie komkommer, in week 17 met de pilot bij Botany gestart.

Steenwol en organische substraten gaan bijna gelijk op
In overleg met de betrokken telers en specialisten is gekozen voor een weerbaar en sterk ras (DeeViate) in een hogedraadteelt komkommer. Tot week 28 ontlopen de gewasontwikkeling en ook de productie van de goten met steenwol, kokos of Lensli substraten elkaar weinig. Bij de start van de teelt in week 18 en in week 22 is de BodemlevenMonitor uitgevoerd door Eurofins. Zoals verwacht neemt de totale microbiële biomassa in deze weken toe en is deze in de organische substraten hoger dan in steenwol. Er zijn nog weinig verschillen tussen de goten met en zonder toepassing van biostimulanten. In week 30, halverwege de teelt en begin oktober, richting het eind van de teelt worden deze metingen nogmaals uitgevoerd.

De grens is nog niet bereikt
Voor elk substraat wordt een apart voedingsschema samengesteld met verlaagd stikstof en extra sulfaat, chloride en fosfaat. Wekelijks wordt de drain en gift geanalyseerd naast een plantsap analyse van jong en oud blad. Op basis van de resultaten uit deze metingen in relatie tot de groei, wordt de bemesting voor elk substraat aangepast. De totale stikstof is nu nog niet te laag en sulfaat en chloride lopen wel op, maar de waarden zijn acceptabel. Silicium is een belangrijk element voor een weerbaar gewas en hoewel de opname goed is, is in de begeleidingscommissie besloten om de gift van Silicium iets te verhogen.

Sensoren
In elke goot wordt het zuurstofgehalte in de mat gemeten met sensoren van Sendot zodat de watergift precies kan worden afgestemd op de eigenschappen van de substraten. Met behulp van fluorescentiemetingen wordt ook de fotosynthese geanalyseerd. Deze meting geeft inzicht in hoe efficiënt de plant de beschikbare hoeveelheid licht gebruikt. Wanneer de streefwaarden niet worden gehaald, is het goed om de omstandigheden zo aan te passen dat de plant optimaal kan groeien. Het is nu nog te vroeg om conclusies te trekken, maar deze metingen kunnen helpen bij de sturing van de teelt.

Veel aandacht voor preventie
Voor het planten is Trianum gestrooid in het plantgat en direct na het planten is Trianum P gedruppeld. Bij de start van de teelt was er wat tripsdruk en ook witte vlieg nam toe. Dit is goed onder controle gekregen door inzet van extra biologie, toepassing van Mycotal en Neudosan en ophangen van vanglinten. Er is extra ingezet tegen rups met Trichogamma evanescens. Met een preventieve aanpak door onder andere intensief scouten, goede opbouw van diverse natuurlijke vijanden en bloemen plukken ter voorkoming van Mycosphearella lukt het tot nu toe heel goed om weerbaar te telen in deze proefkas zonder insectengaas.

Presentatie resultaten tijdens kennisbijeenkomst
De resultaten van deze pilot zullen in de bijeenkomst ‘'Haal meer energie uit weerbaarheid' op 13 november bij Botany worden gepresenteerd, zie link.

Financiering van deze pilot
De pilot wordt uitgevoerd in het kader van het pilotprogramma Kas als Ecosysteem en wordt gefinancierd uit het innovatieprogramma Het Nieuwe Doen in Plantgezondheid van Kennis in je Kas (KIJK).

Liesbeth Nijs

Glastuinbouw Nederland - © 2024