In week 28, 29 en 32 zijn drie bedrijven met Amblyseius cucumeris (uit de bugline van Bioline) bezocht. Op dezelfde dagen zijn ook drie bedrijven met Amblyseius swirskii (verblazen met systeem van Koppert Biological Systems) en drie bedrijven met Amblyseius montdorensis (verdeelt met het systeem van Brinkman/Agribio) bezocht. Vooraf hieraan is een protocol opgesteld, waardoor uniform is gewerkt en de kans op fouten sterk is verkleind.

Vooraf zijn de drie producenten geïnformeerd over deze proeven en achteraf werden zij als eerste geïnformeerd over de resultaten van ‘hun’ systeem.

Een aantal resultaten en conclusies:

• Zes van de negen bedrijven geven een dalende trend weer.
• Bij acht van de negen bedrijven zijn weinig tot zeer weinig trips geteld. Op een bedrijf werd bij één telling wel veel trips aangetroffen.
• Het aantal getelde Swirskii was het laagst. Van Swirskii was geen dalende trend waarneembaar bij twee van de drie bedrijven, ook niet bij het gemiddelde van drie bedrijven.
• Het aantal Cucumeris was hoger dan Swirskii, maar wel iets lager dan verwacht. Gemiddeld over de drie bedrijven was een dalende trend waarneembaar, op één bedrijf echter niet.
• Het aantal Montderensis was het hoogst, ook hier was een dalende trend waarneembaar bij alle drie de bedrijven.
• Het aantal tellingen is aan de lage kant om tot goede wetenschappelijke conclusies te komen. De resultaten zijn dus slechts een indicatie.
• Het is onbekend hoe de resultaten van deze drie weken van tellingen in verhouding staan met andere perioden in het jaar.

Vervolg
Het komende jaar komt een vervolg op deze tellingen. Mogelijk wordt dit een gecombineerde proef, waarin ook op één of enkele bedrijven de nu vier beschikbare systemen (inclusief de Certirol van Certis) worden gemonitord. Ook hebben een aantal kwekers de wens om biologische bestrijders kwalitatief en kwantitatief te laten monitoren door een onafhankelijke organisatie. De exacte opzet van beiden vragen worden binnenkort uitgewerkt.