Toekomstvisie Arbeid van Glastuinbouw Nederland

In 2050 maakt de inzet van robotisering, digitalisering en kunstmatige intelligentie in Nederlandse kassen handmatige arbeid vrijwel overbodig, aldus de toekomstvisie Arbeid van Glastuinbouw Nederland. Deze stip op de horizon is volgens voorzitter Adri Bom-Lemstra alleen bereikbaar als over arbeidsmigratie genuanceerder gediscussieerd gaat worden: "Internationale werknemers zijn vooralsnog voor de sector van levensbelang." Ze hoopt dat de sector de tijd wordt gegund om de transitie naar robotisering te overbruggen met internationale medewerkers.

Autonome teelten in 2050 zijn de stip op de horizon
In 2050 maakt de inzet van robotisering, digitalisering en kunstmatige intelligentie in Nederlandse kassen handmatige arbeid vrijwel overbodig, aldus de toekomstvisie Arbeid van Glastuinbouw Nederland. Deze stip op de horizon is volgens voorzitter Adri Bom-Lemstra alleen bereikbaar als over arbeidsmigratie genuanceerder gediscussieerd gaat worden: „De discussie moet zich niet alleen richten op lage lonen.”

In 2050 verloopt het productieproces van groenten, fruit, bloemen en planten volgens de visie grotendeels autonoom: van veredeling, teelt en oogst tot en met sorteren en verpakken. Zo lukt het de Nederlandse glastuinbouw om volledig klimaatneutraal en circulair te opereren en wereldwijd koploper te blijven als het gaat om productiviteit, duurzaamheid, voedsel­zekerheid en kwaliteit. In een groene, hoogtechnologische omgeving bieden toekomstgerichte bedrijven uitdagend en betekenisvol werk aan gespecialiseerde vakmensen en kenniswerkers, met name in het secundaire proces. 

Arbeidsmigrant onmisbaar
Op weg naar autonome teelten blijven arbeidsmigranten of internationale medewerkers zoals Glastuinbouw Nederland ze liever betitelt, voor de sector vooralsnog van levensbelang, benadrukt Bom-Lemstra. „Gezien de concurrentie van andere landen en sectoren, moeten en willen wij ons uiterste best doen om ook voor internationale medewerkers aantrekkelijk te blijven.”

Hoe? Door internationale medewerkers met respect te behandelen, te zorgen dat zij verzekerd zijn van veilig en gezond werk, opleiding en ontwikkeling, een eerlijke beloning krijgen en goede, betaalbare huisvesting. 

Hopelijk te overbruggen
Bom-Lemstra hoopt dat de sector de tijd wordt gegund om de transitie naar robotisering te overbruggen met internationale medewerkers. „Er wordt veel gesproken over internationale medewerkers in heel breed verband. Niet zozeer de personen zijn het probleem, maar de gevolgen van (arbeids)migratie op onder meer zorg, onderwijs en wonen. Ik denk niet dat er op korte termijn geen gebruik meer van te maken is. Het huidige kabinet heeft mij niet te kennen gegeven dat ze sectoren uit Nederland wil wegpesten.” 

De druk wordt wel opgevoerd om te komen tot een maatschappij die minder afhankelijk is van (arbeids)migratie. Er gaan zeker nieuwe randvoorwaarden komen, verwacht Bom-Lemstra. Nieuwe randvoorwaarden zijn voor Glastuinbouw Nederland geen probleem. De sector kan zelfs bijdragen aan oplossingen, zoals huisvesting op het eigen erf van tuinders.

„Alles leuk en aardig. Als echter aan ons wordt gevraagd alles goed te regelen, mag van de overheid worden gevraagd dat handhaving en toezicht ook op orde zijn. Beide aspecten blijven echter onder de maat. Wanneer dat niet verandert, dan is er bij ondernemers geen prikkel om te investeren in goede oplossingen.”

Debat wordt overleefd
De staatscommissie Demografische Ontwikkelingen en de Adviesraad Migratie adviseren de overheid om arbeidsmigratie te reguleren. Arbeidsmigratie moet volgens beide adviesorganen bijdragen aan een brede welvaart. Daar valt inzet in lagelonensectoren als de glastuinbouw niet onder. De adviezen zijn de voorzitter van Glastuinbouw Nederland bekend. Bom-Lemstra denkt dat de sector een maatschappelijk of politiek debat over de waarde van het werk door arbeidsmigranten in de sector overleeft gezien haar rol in voedselvoorziening, bijdrage aan het bruto nationaal product en sierteeltvoorziening in de EU.

Prima dat de glastuinbouw ter discussie staat, maar dan moet die discussie wel genuanceerd gevoerd worden, vindt Bom-Lemstra. „Dus de discussie moet zich niet alleen richten op lage lonen. Nederland moet zich niet willen bewegen naar een land met enkel banen voor hoogopgeleiden. Praktisch geschoolde arbeidskrachten blijven ook in de toekomst nodig. Wegvallen ervan dient de welvaart niet.”

Voorstellen niet realistisch
Kortom, Bom-Lemstra is het oneens met een inleenverbod voor sectoren die problemen met arbeidsmigranten niet goed op orde hebben, evenals een puntensysteem waarin wordt geregeld wie met welk doel welkom is of een aparte adviesraad die gaat oordelen wie waar welkom is. „Een mooie stellingname zo’n inleenverbod, maar het is niet uitvoerbaar. Een puntensysteem sluit ook niet aan bij de realiteit en een adviesraad leidt slechts tot extra bureaucratie. Wat nodig is, is een flexibeler migratiebeleid dat ook ruimte biedt aan arbeidsmigranten met lagere kwalificaties. Om aan de vraag van werkgevers te voldoen en daarmee de economische schade te voorkomen die we anders krijgen door personeelstekorten. Arbeidsmigratie is een van de oplossingen om de arbeidsvraag mee in te vullen. Belangrijk is dat je kiest voor een integrale en inclusieve arbeidsmarktaanpak. Uiteindelijk wil je immers tot een evenwichtige en rechtvaardige arbeidsmarkt komen waar iedereen de vruchten van kan plukken.”

Impuls nodig
De druk op arbeidsmigratie neemt toe en personeelskosten blijven stijgen. In diverse teelten zullen met technologische experts zelf robots worden ontwikkeld; in andere teelten worden robots aangeschaft zodra ze beschikbaar komen. Om in 2050 te komen tot autonome teelten is er nog wel een impuls nodig om tot een doorbraak en versnelling te komen, benadrukt Bom-Lemstra. Dit vergt het bijeenbrengen van de stakeholders om al de te mechaniseren en te robotiseren handelingen in de gehele keten te realiseren.

Volgens Bom-Lemstra zullen veel toekomstgerichte glastuinders in staat zijn de omslag naar een vrijwel autonome teelt te maken. „Gewasspecifiek gaat iedere ondernemer kijken hoe aan de gewenste technologische ontwikkelingen tegemoet is te komen. Of dat alle gewassen uiteindelijk lukt, durf ik niet te zeggen. De potplantenteelt is al in hoge mate geautomatiseerd waardoor de planten los van de grond door de hele kas zijn te verplaatsen. Dat geldt niet voor de snijbloemen- en vruchtgroententeelt, daar is de automatisering in de kas beperkter. Daarvoor moeten robotoplossingen worden bedacht die lijken op wat de mens doet.”

Ze sluit niet uit dat ondernemers de beslissing nemen niet in Nederland te blijven. Tegelijkertijd verwacht ze dat primaire productie zowel van sier- als groentegewassen gericht op de West-Europese markt in Nederland zal blijven om de keten sterk te houden.

Gewenst plaatje 2050
Het einddoel in de toekomstvisie Arbeid is dat de robot het minder aantrekkelijke werk overneemt. Mensen kunnen zich richten op slimmer werk met toegevoegde waarde. Zo ontstaan er nieuwe banen in het secundaire proces, zoals het programmeren, aansturen en trainen van robots. Aan toekomstige (theoretisch opgeleide) medewerkers uit binnen- en buitenland worden andere opleidingseisen gesteld. Ze dienen over meer specialistische vaardigheden te beschikken. Deze banen bieden goede vooruitzichten en ontwikkelingsmogelijkheden. Deze technologische ontwikkeling zal ook de concurrentiekracht van land- en tuinbouwbedrijven versterken en bijdragen aan de continuïteit.

Peter van Leth, Hortipoint

Glastuinbouw Nederland - © 2024