Botrytis in gerbera

Beschrijving

Doel van dit project was meer grip te krijgen op het fenomeen botrytis in de teeltfase van gerbera. Hiervoor is inventarisatie uitgevoerd van beschikbare wetenschappelijke kennis (fase 1), praktijkkennis en gebruikte maatregelen (fase 2) en is een stappenplan opgezet om de verspreiding van botrytis op gerberabedrijven tegen te gaan (fase 3).

Resultaten

In de gerberateelt blijkt de temperatuur vrijwel altijd infectie door sporen van B. cinerea toe te laten, behalve in de naoogst fase. De verwachting is dat tijdens de teelt de ontwikkeling van botrytis kan worden tegengegaan door scherp te letten op vocht, terwijl in de naoogstfase botrytis kan worden beperkt door de temperatuur te verlagen. Er is een duidelijk verband tussen het buitenklimaat en het aantal problemen met botrytis dat voorkomt op de veilingen. Uit onderzoek blijkt dat als de gemiddelde relatieve luchtvochtigheid in de kas van dag 6, 7 en 8 voor de oogstdag hoger is dan 70% en de gemiddelde instralingssom buiten de kas van dag 1, 2 en 3 voor de oogstdag lager dan 1500 J/cm2 per dag is, de kans op een onacceptabele aantasting van botrytis in de naoogstfase erg groot is. Er is een duidelijk cultivareffect aanwezig. Bij veel bedrijven kan door een betere cultivarkeuze veel problemen worden voorkomen. De invloed van het buitenklimaat blijkt erg groot te zijn. De horizontale temperatuurverdeling speelt ook een grote rol. Ten slotte werd door de kwekers zelf aangegeven dat er op een verkeerd moment was gespoten, of dat de gewassen te lang nat waren gebleven.