Toetssysteem chalara elegans

Beschrijving

In dit onderzoek is gekeken naar het effect van opslag op het infecterend vermogen van C. elegans isolaten. Bij aanvang van het onderzoek zijn verschillende isolaten van verzameld uit een bestaande collectie, uit plantmateriaal uit de praktijk, en uit plantmateriaal afkomstig van de Plantenziektenkundige Dienst. Vervolgens is bekeken in hoeverre deze isolaten groeiden op kunstmatige voedingsbodems en of deze isolaten in staat waren om Petunia zaailingen te besmetten wanneer de schimmel in overmaat aan de potgrond toegevoegd werd. Van een drietal isolaten die aantasting bij Petunia veroorzaakten werd in een uitgebreide infectieproef onderzocht welke vorm en welke concentratie van de schimmel een gemiddelde aantasting van zaailingen geeft.

Resultaten

Er zijn isolaten van Chalara elegans geïoleerd en rein-gekweekt uit violen zaailingen. Aan de hand van bestaande kennis en literatuurinformatie zijn een aantal methoden beschreven om besmettingproeven uit te voeren. Aan de hand van infectieproeven is bepaald welke isolaten van Chalara uitval in Petunia zaailingen gaven. Voorjaar 2003 is een inoculatieproef ingezet om verschillende methoden van besmetting te vergelijken. In deze proef werd, in tegenstelling tot eerdere proeven geen resultaat gevonden. In overleg met de begeleidingscommissie en vanwege tijdsdruk voor het te starten project PPO 4110 3316 zijn vervolg activiteiten in het kader van project PPO 4110 3316 uitgevoerd (projectleider D.J. vd Gaag) Inmiddels beschikken zij over een goede inoculatiemethode om effecten van teeltmaatregelen te bestuderen.