Geïntegreerde bestrijding van trips in freesia

Beschrijving

Doel van dit onderzoek is bepalen in hoeverre geïntegreerde bestrijding van trips haalbaar is met de huidige beschikbare middelen. Zo bekijkt men in welke periode, van voorjaar tot zomer, trips biologisch kan worden bestreden.

Daarnaast probeert men duidelijkheid te krijgen over de vestiging in freesia van de roofmijt Hypoaspis aculeifer bij een freesiateelt op zware zavel, de Oriussoorten en de rol van bloei daarbij en de roofmijt Macrocheles robustulus bij een freesiateelt op lichte zavel.

Hiertoe start men een praktijkproef met biologische bestrijding van trips bij een freesiateler. De roofmijt Marcrocheles robustulus, wordt zodra de massakweek op sterkte is, bij één bedrijf met een lichte zavelgrond uitgezet, om de vestiging te beoordelen.

De vestiging van verschillende Oriussoorten op freesiaplanten worden in kooiproeven bij Wageningen UR Glastuinbouw bestudeerd.

Resultaten

Trips is een moeilijk beheersbare plaag in de teelt van freesia. Door inzet van breedwerkende insecticiden wordt geïntegreerde bestrijding nauwelijks toegepast. Het pakket middelen wordt steeds kleiner.

Met dit project hebben we ervaring opgedaan met geïntegreerde bestrijding door inzet van bodemroofmijten: Macrocheles robustulus en Hypoaspis aculeifer. Daarnaast zijn wekelijks roofwantsen, Orius majusculus, uitgezet.

De tripspopulatie is van week 11 tot week 28 onder controle gebleven. In week 30 is chemisch ingegrepen, maar op dat moment waren de eerste vakken al geoogst. Uit onderzoek op plant niveau is gebleken dat geen van de commercieel beschikbare roofmijten en roofwantsen zich blijvend op een freesiagewas vestigt. De bodemroofmijten vestigen zich goed op zware zavel/klei, maar op zand vindt nauwelijks ontwikkeling van de populatie plaats.

Op basis van deze resultaten is een vervolgproject, "Geïntegreerde bestrijding trips in freesia", aangevraagd en goedgekeurd.