Vegetatieve doorgroei bij hortensia

Beschrijving

Het onderzoek is onderverdeeld in 2 fasen. In fase 1 brengt men het probleem binnen Nederland in kaart door een inventarisatie onder potplantentelers. In fase 2a. achterhaalt men de besmettingsroutes van fytoplasma in Hortensia door onderzoek naar besmetting via gewashandelingen, besmette moerplanten en in een later stadium via vectoren (cicaden, bladvlooien etc.). In Fase 2b.stelt men een hygiëneprotocol op basis van de verkregen informatie.

Dit alles moet resulteren in inzicht in de mate waarin het probleem van vegetatieve doorgroei in de bloemtakken van Hortensia voorkomt in Nederland. Daarnaast wordt onderzocht welke aanknopingspunten er zijn voor het voorkomen of inperken van besmetting met de veroorzaker van deze schadelijke effecten. Op basis hiervan kan gericht worden geadviseerd richting veredelaars, vermeerderaars en telers.

Uiteindelijk zou dit moeten leiden tot het beperken van de economische schade door vegetatieve doorgroei in de bloemtakken van Hortensia.

Resultaten

Binnen de Hortensiateelt worden planten aangetroffen met ziekteverschijnselen die wijzen op besmetting met een fytoplasma. Aangetaste Hortensia's hebben groene bloemen, er ontstaan vegetatieve scheuten vanuit de bloemdelen en de planten blijven achter in groei zodra de vegetatieve fase van de plant inzet.

Bij verschillende cultivars zijn verdachte planten aangetroffen. Al deze cultivars bleken door hetzelfde type fytoplasma besmet te zijn, wat sterke overeenkomst vertoonde met eerder beschreven vondsten uit Europa. De besmettingsgraad was in 2009 bij alle cultivars laag in vergelijking met 2008. Mogelijk hebben de problemen van toen gezorgd voor extra alertheid. Er zijn twee mogelijke besmettingsroutes voor het fytoplasma, namelijk via de moerplanten of via een (nog onbekende) vector.