Teeltsturing potanthurium 2

Beschrijving

Dit onderzoek moet resulteren in een teeltwijze waarbij per wijderzetfase een andere temperatuur en licht combinatie wordt toegepast ten einde een gewenste plantvorm te bereiken.

Daarnaast wil men meer kennis opdoen over de effecten van de temperatuur/licht combinaties op de teeltduur, de mogelijkheden en knelpunten voor directe toepassing van teeltsturing door middel van temperatuur en licht combinaties onder de huidige praktijkomstandigheden, de mogelijkheden om de vestiging van natuurlijke vijanden op het gewas te verbeteren en de mogelijkheden van bladluisbestrijding te realiseren zonder vervuiling van het blad.

Resultaten


Fase 1
Wageningen UR Glastuinbouw heeft in 2008 en 2009 een teeltsturingsproef met potanthurium uitgevoerd. Vier cultivars kregen ieder vier verschillende behandelingen. Iedere behandeling was opgebouwd uit drie fasen. De behandelingen verschilden in lichtniveau (resp. 6 en 9 mol per m2 per dag) en temperatuur (resp 22oC en 26oC) in de 2e en de 3e teeltfase.

Daarnaast werden de behandelingen gegeven in geconditioneerde 'aircokasjes' en normale proefkassen. Deze proef heeft bevestigd dat door verschillende klimaatregimes in verschillende teeltfasen, potanthuriums te sturen zijn naar een gewenste plantvorm, met veel bloemen en scheuten, grotere bloemen en bladeren en een vollere plant.

De beste combinatie was die waarin in de 2e fase 26oC en 9 mol per m2 per dag gegeven werd. Fasegerichte verhoging van temperatuur en licht kost echter wel meer energie. Aan de andere kant kan er een teeltversnelling verwezenlijkt worden van 4 tot 8 weken.

Fase 2
Om de biologische bestrijding van trips in potanthurium te bevorderen werden verschillende soorten roofmijten van december tot mei zes maal gemengd uitgestrooid in zes afdelingen met potanthurium. Verschillende bankerplanten zijn ook getest om het overleven van roofmijten te ondersteunen.

Ipomoea tricolor bleek geschikt voor de roofmijt Euseius ovalis, die niet met de andere soorten is geïntroduceerd maar verspreidde zich vanuit de banker planten in het gewas. Van de uitgestrooide soorten vestigden zich Amblyseius swirskii en Amblyseius andersoni goed en konden maanden nadat het uitstrooien was gestopt nog worden bemonsterd.

Spontaan traden roofmijten uit een andere superfamilie op en onbekende sluipwespen. De aantallen trips bleven laag behalve in de afdeling met de test van banker planten. Bladluis trad in mei spontaan op. Hiertegen werden met succes en zonder vervuiling van de planten galmuggen, Aphidoletes aphidimyza, losgelaten op graan met graanluizen.

Dit onderzoek moet resulteren in een teeltwijze waarbij per wijderzetfase een andere temperatuur en licht combinatie wordt toegepast ten einde een gewenste plantvorm te bereiken. Het onderzoek is een vervolg op het in 2007 uitgevoerde onderzoeksproject "Teeltsturing potanthurium".

Projectnummer 13425
Looptijd 01-10-08   -   01-04-10
Afgerond Ja
Uitvoerder Wageningen University & Research, Business Unit Glastuinbouw
Document

Onderzoek en projecten

Consultancy: Overmatige wortelgroei

Afgerond

Doelstelling: Eerste monstername en analyse bij bedrijven die overmatige wortelgroei hebben om een beeld te krijgen van mogelijke besmettingbronnen.

Fytal, intelligent gewasmanagement

Afgerond

Er wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd om te bepalen in hoeverre het mogelijk is om met behulp van sensortechnologie plantgezondheid te meten en…

Poster ziekten herkennen paprika

Afgerond

Er worden een poster, een Cd en een ringmap gemaakt van vroege ziektebeelden van de voorkomende ziekte- en plaagaantastingen in de paprikateelt in de…

Glastuinbouw Nederland - © 2024