Kweekmogelijkheden nieuwe roofmijten

Beschrijving

Het doel van dit project is het vinden van een roofmijt die zich vestigt op chrysant en trips (en liefst ook bonenspint) eet. Er zijn twee nieuwe roofmijten die hier mogelijk voor in aanmerking komen. Beiden zijn nog in het stadium dat kweekbaarheid en doelmatigheid getest moeten worden. Als de roofmijten goed zijn te kweken, kan toepassing in chrysant verder worden onderzocht en is vervolgens toepassing in de praktijk een mogelijkheid. Dit is van belang voor chrysantentelers die al geïntegreerde gewasbescherming toepassen en voor hen die geïntegreerde gewasbescherming overwegen.

Resultaten

De biologische bestrijding van trips in chrysant is begonnen als een afgeleide van de tripsbestrijding met roofmijten in vruchtgroentegewassen. Oorspronkelijk werd hiervoor Neoseiulus cucumeris ingezet. Maar met een roofmijt die van nature voorkomt op chrysant, trips nimfen eet en bij voorkeur ook spint, kan de biologische bestrijding mogelijk worden verbeterd. Bij inventarisatie in Hongarije van chrysant buiten werd de roofmijt Neoseiulus reductus Wainstein gevonden. Deze roofmijt is ook in Nederland inheems en is gevonden op Alchemilla, Delphinium, Lunaria en aardbei. Er is een kweek opgezet van deze roofmijt om hiermee proeven te kunnen doen. Het bleek dat de roofmijten niet alleen stuifmeel aten, maar ook meelmijten (Acarus farris). Dit biedt goede vooruitzichten voor het ontwikkelen van een massakweek. Het kweeksucces van Neoseiulus reductus op meelmijten is na een jaar vergelijkbaar met kweken van andere roofmijten zoals Neoseiulus cucumeris en Amblyseius andersoni. Er is voor het eerst vastgesteld dat N. reductus de nimfen van californische trips op chrysant eet.

Projectnummer 14279
Looptijd 16-02-11   -   16-03-12
Afgerond Ja
Uitvoerder Wageningen University & Research, Business Unit Glastuinbouw
Document

Onderzoek en projecten

Glastuinbouw Nederland - © 2024