Boven- en ondergronds sturen op weerbaarheid

Beschrijving

Doel:
Het doel van dit project is het realiseren van complementaire weerbaarheidscombinaties. Dit doen we door het verbinden van onder- en bovengrondse factoren die de weerbaarheid beïnvloeden zodat deze elkaar versterken, zodat beter kan worden gestuurd op een weerbare bodem, substraat en gewas. Ondergronds wordt een ecosysteem benadering gebruikt om te bepalen welke combinaties van abiotische condities (zoals pH, irrigatieregiem, mineralen, organische stof) en bodem/substraatleven (zoals micro-organismen, nematoden) resulteren in onderdrukking van grond-, dan wel substraat-gebonden ziekten. Bovengronds wordt onderzocht of het verhogen van de weerbaarheid door middel van toevoegingen zoals elicitors in alle fasen van de teelt mogelijk is, zowel bij hoge als lage plantbelasting. Probleem is dat we op dit moment onvoldoende inzicht hebben in weerbaarheidscombinaties die elkaar kunnen versterken.

Projectbeschrijving:
Dit vierjarige project bestaat uit vijf werkpakketten die op elkaar aansluiten. In samenspraak met de participanten wordt in dit project gewerkt aan verschillende pilotsystemen, waarvan tenminste één sierteeltgewas en één vruchtgroentegewas. Per gewas zal één bovengrondse en één ondergrondse ziekte worden gekozen, waar dit onderzoek op focust.

Werkpakket 1: Inventarisatie bodems en substraten op praktijkbedrijven
Voor het verhogen van de weerbaarheid van de bodem/substraat wordt gezocht naar bodem- en substraat- ecosysteemeigenschappen die planten meer weerbaar maken. Ziektedruk, bodem- en substraatcondities (zoals pH, mineralen, organische stof, irrigatieregiem, bodem/substraatleven incl microleven) en managementpraktijken (zoals irrigatieregiem, gewasbescherming) wordt geïnventariseerd op verschillende praktijkbedrijven (10 bedrijven per gewas). Door data te correleren worden randvoorwaarden opgesteld waaraan weerbare bodem/substraat moet voldoen. In WP2 en WP3 worden combinaties van deze factoren systematisch getest om te achterhalen welke factoren weerbaarheid bevorderen en welke factoren niet oorzakelijk zijn.

Werkpakket 2: Weerbaarheid in bodem-gebonden gewassen vergroten
Testen van toevoegingen aan de bodem op de weerbaarheid onder gecontroleerde abiotische omstandigheden. Bodemweerbaarheid wordt bepaald door het meten van de hoeveelheid schade veroorzaakt door grondgebonden ziekten en plagen. De effectiviteit van de toevoegingen in combinatie met verschillende abiotische condities zullen zowel getest worden in de beginfase van de teelt als ook bij productiepieken als de plant hoog belast is.

Werkpakket 3: Weerbaarheid in substraat-gebonden gewassen vergroten
Testen van de meest effectieve ingrepen (d.w.z. ingrepen in substraatcondities en/of toevoegingen die de grootste voordelen voor de opbouw van bodem weerbaarheid hadden) en implementatie in substraatsystemen. Daarnaast bepalen welke methoden het beste zijn om indirect bovengrondse weerbaarheid te bevorderen.

Werkpakket 4: Effect toevoegingen op bovengrondse weerbaarheid bij hoge plantbelasting
Relatie tussen plantbelasting en weerbaarheid vastleggen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de data die al verzameld zijn in WP2 en 3. Effect van toevoegingen, zoals elicitors bij hoge en lage plantbelasting wordt vastgelegd. Doel is om na te gaan in welke fases van de groeicyclus de plant energie over heeft om zijn weerbaarheid te verhogen en in welke fases het verhogen van de weerbaarheid moeilijker is. Door ook te kijken naar de duur van de werkzaamheid van toevoegingen zoals elicitors, kan gewerkt worden aan een toepassingsstrategie waarbij de plantenafweer wordt aangeschakeld op het meest gunstige moment en wordt gekeken of de gevormde afweerstoffen ook nog werkzaam zijn op momenten dat verhogen van de weerbaarheid moeilijk is bv. als de plant (te) hoog belast is.

Werkpakket 5: Integratie ondergrondse/substraat en bovengrondse weerbaarheid
Voor goede implementatie van de kennis over het verhogen van weerbaarheid in IPM is het nodig de bovengrondse- en bodem/substraat- maatregelen te integreren. Bodem- en substraatweer-baarheid kan een indirect systemisch effect hebben op bovengrondse plantweerbaarheid tegen ziekten en plagen en andersom. Tot nu toe is hier weinig bekend over. De meest perspectiefvolle toevoegingen en elicitors worden op hun indirecte effect tegen belangrijke schadeorganismen in bodem- en substraat-gebonden gewassen getoetst. Deze  resultaten uit WP2, 3 en 4 bieden vervolgens handvatten om de weerbaarheid zowel indirect, middels de opbouw van bovengrondse, bodem- en substraatweerbaarheid, te integreren in een duurzame IPM strategie.

Projectnummer P21006
Looptijd 01-01-21   -   31-12-24
Afgerond Nee
Uitvoerder Wageningen University & Research, Business Unit Glastuinbouw

Onderzoek en projecten

Invloed van silicium bij saintpaulia

Afgerond

Extra toevoeging van silicium aan de voedingsoplossing levert in verschillende tuinbouwgewassen zoals komkommer en roos een verbeterde productie…

Autotoxiteit lisianthus

Afgerond

Het doel van het onderzoek is na te gaan wat de oorzaak is van de uitval bij de Lisianthusteelt. In de eerste teelt was het onderzoek vooral gericht…

Wortelaaltjes in roos

Afgerond

In dit onderzoek is de schadelijkheid (productievermindering) van het wortelknobbelaaltje Meloidogyne hapla in roos nagegaan in relatie tot…

Epidemiologie botrytis in pioen

Afgerond

Het doel van het onderzoek uitgevoerd door PPO Glastuinbouw was bepalen wat de aard en omvang van de infectiebronnen voor Botrytis bij pioenen zijn.…

Wortelaaltjes in amaryllis

Afgerond

Het project is een breed opgezette studie met het doel aaltjesaantasting in amaryllis tot een minumum te beperken. In het project wordt ingezet op…

Glastuinbouw Nederland - © 2024